Dierdocent zet dieren in om mensen van alle leeftijden een bijzondere en leerzame ervaring te bieden, maar verliest daarbij niet het welzijn van de dieren uit het oog. De grenzen van de dieren gaan bij Dierdocent voor de wensen van de mensen.
Lees hier wat Dierdocent doet om er voor te zorgen dat de dieren op een verantwoorde manier worden ingezet.
Voordat de dieren "dierdocent" worden
PRIMA dieren
Niet zomaar ieder dier komt in aanmerking om dierdocent te worden. Nog voordat de dieren hier komen en in opleiding gaan, word er gekeken of het ‘PRIMA” dieren zijn. PRIMA is een afkorting dat staat voor:
- Predictable (voorspelbaar): het gedrag van het dier moet binnen een bepaalde situatie te verwachten ofwel te voorzien zijn;
- Reliable (betrouwbaar): het dier moet geen verrassende gedragingen vertonen;
- Inspiring (inspirerend): de mensen moeten op een positieve manier geraakt worden door het dier;
- Managable (beheersbaar): de begeleider moet de “macht” kunnen blijven over de situatie door indien nodig het gedrag van het dier te sturen;
- Appropriate (geschikt): de inzet van het dier moet doelmatig, gemakkelijk en handig zijn
Training, hanteren en gewennen
Als een dier PRIMA is bevonden gaat hij in training. Bij de training van zoogdieren kan je denken aan clicker-training wat ook veel met honden gedaan word. Zo leren het dier en ik met elkaar samenwerken, elkaar vertrouwen en kan ik anders spannende dingen minder eng maken! Zo leren de dieren bijvoorbeeld vrijwillig hun reismandje in te lopen, naar mij te komen als ik dat van ze vraag, en nog meer dingen afhankelijk van de diersoort! Ook het vervoerd worden in een reismandje wordt rustig aan opgebouwd en getraind, zodat ook dat niet meer eng, en dus niet meer stressvol, is.
Ook de reptielen ondergaan een training, hoewel die niet geclickertraind worden. De reptielen blijven in training totdat ze gewend zijn aan hun eventueel nieuwe verblijf, aan gehanteerd worden door mij, en daarna door een aantal vrijwilligers van dierdocent die zij nog niet kennen. Ook worden de dieren getraind op signalen wanneer ze gaan eten. Zo reageert de baardagame op het zien van zijn voedertang waarmee hij insecten krijgt en de slangen weten dat ze eten krijgen als ze in een aparte, speciale bak zitten. Als ze dat teken niet zien/voelen/ruiken, weten ze dat er geen eten in het spel is. Tot slot worden ook de reptielen rustig aan getraind in het vervoerd worden.
Voorbeeld van een PRIMA dier
Een voorbeeld van een PRIMA dier is bijvoorbeeld rode rattenslang William Wordsworth. Ik kan de lichaamstaal van de slang lezen in verschillende situaties, wat hem voorspelbaar maakt. Ook is hij betrouwbaar, hij zal bijvoorbeeld niet bijten. Zelfs niet als een kind hem vol om zijn hoofd heen vast pakt (waargebeurd verhaal!) Hij is inspirerend voor zijn publiek, anders boeken mensen natuurlijk geen programma met slangen/reptielen maar een ander dier. Ook is hij beheersbaar, hij is niet zó sterk dat hij niet met gemak door één volwassene overmeesterd kan worden indien nodig én hij is uitermate geschikt om mensen wat te leren en laten zien over slangen. Een prima dier dus!
Wat wordt er "thuis" gedaan?
Naast alle nodige verzorging van het verblijf en de leefomgeving van de dieren, wordt er natuurlijk ook regelmatig nog lekker geknuffeld, alleen op tijdstippen als de dieren van nature al wakker zijn. Slapende dieren worden op hun vrije dage niet wakker gemaakt om te knuffelen.
Voorwaarden voordat ze ingeroosterd worden
Wanneer iemand een programma of workshop boekt mogen zij hun voorkeursdieren opgeven die zij graag willen zien. Daar ga ik natuurlijk mijn uiterste best voor doen, maar niet altijd kan dat. De dieren moeten aan de volgende voorwaarden voldoen om mee te mogen.
Het dier mag:
- alleen mee naar een programma / workshop als hij in volledige goede gezondheid verkeerd;
- geen ouderdomsverschijnselen vertonen als het dier al op leeftijd is;
- maximaal twee keer per week ingezet worden voor programma’s, met minimaal twee dagen rust na een werkdag;
- niet aan het vervellen zijn op de dag van het programma als het dier een reptiel of geleedpotige is.
Tijdens een programma / workshop
Om het tijdens de programma’s ook zo prettig mogelijk te maken voor de dieren wordt er rekening gehouden met hun wensen, grenzen en gezondheid. Zo moeten mensen van tevoren hun handen wassen/ontsmetten voor zij de dieren mogen hanteren, moeten de mensen rustig zijn (niet schreeuwen, geen vlotte bewegingen) en worden de dieren alleen na uitleg van de begeleider van het dier gehanteerd door andere mensen. Oh, en foto’s mogen uiteraard alleen zonder flits.
Verder heeft Dierdocent het recht om een dier dat mee is toch niet in te zetten. Gelukkig gebeurd dit zeer zelden, maar als het dier te gestrest is wordt deze in een beperktere mate ingezet in het programma of misschien helemaal niet. Verder worden de dieren maximaal 20 minuten ingezet in een workshop voordat zij een pauze krijgen in een tijdelijk verblijf of reisbak met schuilplaats, water en eventueel voer om zich in terug te trekken en weer een beetje tot rust te komen.